Vectoren zijn lijnen, ze worden gebruikt om een richting aan te geven. Vectoren kan je optellen en aftrekken.
Vectoren worden gedefinieerd met 2 getallen, dit ziet er zo uit: (2,4), of (1,1). Via deze 2 getallen kan je aflezen welke richting een lijn gaat in een assenstelsel.
Door middel van vectoren kan je in een assenstelsel aangeven waar een bepaalde punt zich bevind. In de computerwetenschap kan je vectoren ook zien als arrays.
Bijvoorbeeld:
Var mijnArray = [1,2,3,4]
Meer informatie kan je terugkijken in het filmpje hieronder.